1927

Albert Uderzo wordt geboren in Fismes (in het departement van de Marne).

1932

Al op de kleuterschool valt zijn tekentalent op.
Zijn eerste roeping, het clownschap, legt het als snel af tegen zijn onbedwingbare drang tot tekenen. Zijn eerste oefeningen bestaan uit het natekenen van Walt Disney figuren.
Op zijn tiende begint Albert Uderzo zijn eigen personages te creëren die onveranderlijk een grote neus hebben.

1938

De familie Uderzo verhuist voor de tweede keer, ditmaal van Clichy-sous-Bois naar de rue de Montreuil in het 11e arrondissement van Parijs.
Albert denkt erover om vliegtuigmonteur te worden en doet met goed gevolg toelatingsexamen voor de technische school. Maar de tweede wereldoorlog haalt een streep door de rekening.

1942

Zijn broer Bruno vertrekt naar Bretagne en nodigt Albert uit om bij hem te komen wonen in Les Villages vlakbij de stad Saint-Brieuc aan de Côtes-d’Armor.
Hij heeft het er erg naar zijn zin, maar de oorlog dwingt hem terug te keren naar Parijs om zijn vader te helpen die houtbewerker is.
Na de bevrijding tekent hij voor een tekenfilm, werkt voor diverse tijdschriften en bedenkt of tekent stripfiguren met namen als Flamberge, Clopinard, Zartan, Zidore, Arys Buck, Prince Rollin of Robber de Onkwetsbare.
Meestal zijn het van die opgepepte spierbundels waarvoor Uderzo een bijzondere voorkeur lijkt te hebben.

1947

Hij vervult zijn dienstplicht in Tirol.
Eenmaal afgezwaaid wordt hij tekenaar-verslaggever van France Dimanche en werkt voor twee kleine persagentschappen met de klinkende namen World Press en International Press. Daar ontmoet hij Jean-Michel Charlier en Victor Hubinon, om maar een paar grote namen uit de stripwereld te noemen.

1951

Nog even en een belangrijke persoon zal zijn pad kruisen…
Op een ochtend in 1951 krijgt Albert Uderzo, die voor World Press/International Press werkte, te horen dat er een nieuweling zou komen, een zekere “Gossini”.
Albert dacht dat het een Italiaan was en was al blij. “Maar nee, je schrijft g.o.s.c.i.n.n.y en het is een Fransman die uit Amerika komt.”
Het klikt onmiddellijk tussen die twee, die samen het ene idee na het andere krijgen. Uit deze vruchtbare samenwerking worden talloze helden geboren, waaronder Hoempa-Pa die vaak wordt beschouwd als de voorloper van Asterix.

1956

Uderzo en Goscinny worden samen met Jean-Michel Charlier en Yvon Hébrard medeoprichters van de agentschappen Edipresse (pers) en Edifrance (reclame). Zo worden ze eindelijk eigen baas. Het zijn jaren van hard werken, waarin ze van alles aanpakken en een geweldige creativiteit tentoonspreiden.
Om brood op de plank te krijgen slaagt Uderzo er zelfs in een productie van 9 getekende pagina’s per week te halen. Dat is enorm. Uit tijdnood werd daarom vaak de gebruikelijke potloodopzet overgeslagen en werden de tekeningen direct geïnkt.

1959

Maar ze werden vooral in beslag genomen door een groot project. Voor het nieuwe striptijdschrift Pilote moest een voor de Fransen herkenbare held worden bedacht. Samen met de hoofdredacteur François Clauteaux kwamen ze uit op de “Roman de Renart”, de schalkenstreken van de 13e eeuwse Reintje de Vos.
Maar iemand bleek ze al voor te zijn geweest en ze moesten iets anders bedenken. Na opnieuw in de tijdmachine te zijn gestapt stegen ze uit in het Frankrijk van de Galliërs.
Zo konden de geboeide lezers op 29 oktober 1959 in het eerste nummer van Pilote op blz. 20 kennismaken met de allereerste pagina van de avonturen van Asterix de Galliër. Het was een onmiddellijk succes en van dit nummer van Pilote werden meer dan 200.000 exemplaren verkocht!
Vele jaren lang kent Pilote een groot succes en wordt voor talloze lezers een onuitwisbare jeugdherinnering.
Toch waren er strubbelingen. In 1960 geven onze twee auteurs het roer over, maar in 1963 namen ze opnieuw de leiding. René Goscinny werkt mee aan een groot aantal stripseries: natuurlijk aan Asterix, maar ook aan Iznogoedh (met Tabary), Le Petit Nicolas (met Sempé), Lucky Luke (met Morris), Valentin (met Tabary), de Dingodossiers (met Gotlib) en nog veel meer.

1968

Nog enige tijd werken beide auteurs samen of afzonderlijk door aan andere series. Maar na “Het IJzeren Schild”, besluit Uderzo zich alleen nog maar aan Asterix te wijden en laat hij al zijn andere helden in de steek.

1977

Asterix werd een van de belangrijkste striphelden van Frankrijk. Zijn succes was niet meer te stuiten.
Onze beide vrienden zijn dolgelukkig en richten ook een tekenfilmstudio op, studio Idéfix. Maar het geluk mocht niet duren.
Op 5 november 1977 komt het afschuwelijke bericht: René Goscinny is gestorven tijdens een medische check-up. Hij werd maar 51 jaar. Het was een verschrikkelijke schok.
Het album “Asterix en de Belgen” was tot pagina 37 gevorderd.

1979

Sindsdien zet Albert Uderzo de avonturen van onze Gallische held in zijn eentje voort. Hij creëert weldra Les Éditions Albert René om nieuwe albums van Asterix uit te geven.

1980

Verschijning van De Broedertwist, het 25ste album van Asterix, het eerste dat geschreven en getekend is door Albert Uderzo.

1981-2005

Verschijning van 8 nieuwe albums van Asterix. Steunend op 26 jaar samenwerking met René Goscinny, schrijft en tekent Albert Uderzo nieuwe albums. Dit tot groot genoegen van zijn nog steeds groeiende lezerspubliek. In november 2002 verschijnt ter ere van René Goscinny een speciaal album, een luxe uitgave van Asterix en de Belgen.

2009

In vijftig jaar tijd is Asterix een fenomeen geworden in de uitgeverswereld. De cijfers spreken voor zich: 34 albums, vertaald in 107 talen en dialecten, 11 films, een gelijknamig pretpark, honderden afgeleide producten en nog vele andere dingen…

24 maart 2020

Albert Uderzo overlijdt, thuis in Neuilly. In zijn meesterlijke tekeningen vermengde hij realisme en humor moeiteloos tot een unieke stijl. Hij zal van blijvende invloed zijn op heel veel tekenaars na hem en nog miljoenen lezers vreugde brengen door hen aan het lachen te maken.